Vluchtelingen die wachten op een verblijfstatus of huis zijn vanuit Waalre neergestreken in Geldrop. Voor Saghar Mirzakhani uit Iran is de Spaarpot in Geldrop het vijfde kamp. ,,In Waalre en Geldrop voel ik me eindelijk veilig.”

Saghar (31) heeft vanaf haar geboorte te maken gehad met het regime in Iran. ,,Mijn moeder droeg make-up toen ze zwanger was van mij. Ze werd gepakt door de politie en die dreigden haar gezicht met een mes te bewerken.” Gelukkig deden ze dat niet echt, maar van de schrik begonnen de weeën en werd Saghar geboren.

,,Sinds het regime aan de macht is, mogen vrouwen niet zingen en dansen en zich niet meer kleden zoals ze willen”, vertelt ze. ,,Bovendien moet iedereen moslim zijn.” Maar Saghar sloot zich aan bij een christelijke gemeenschap die ondergronds bij elkaar kwam. Voor haar studie vertrok ze naar Italië waar ze communicatie en hospitality ging studeren.

Daar bleek ze toch niet veilig. ,,Een lid van de christelijke gemeenschap in Iran werd opgepakt en hij had een lijst in zijn telefoon met namen en daar stond die van mij ook bij. Ik kan nooit meer terug.”

Haar studie moest ze afbreken, want de bank blokkeerde overboekingen van haar vader naar het buitenland. En zo kwam ze in het vluchtelingentraject. ,,In Waalre en hier in Geldrop voel ik me eindelijk veilig. Ik durf mijn spullen in mijn kamer te laten met de deur open. En ik kan eindelijk slapen.”

Saghar is een van de 150 vluchtelingen die door het azc sinds 1 juli in een kamp aan de Spaarpot wordt opgevangen. Ze verbleven drie maanden in Waalre en moesten daarna verhuizen naar Geldrop voor de volgende drie maanden.

In Syrië vallen iedere dag bommen

De opvanglocatie is opgezet door het bedrijf cs&co (crisis support en crisis operations) in opdracht van de gemeente. ,,Het was eigenlijk een stuk moeras toen we begonnen”, vertelt Etienne van den Elzen. ,,In anderhalve week hebben we sloten gegraven om het water af te voeren, gras aangelegd en de containers geplaatst.”

In het zonnetje ziet het kamp met een grote eettent, een terras en straten met containers er zeer leefbaar uit. De vrijwilligers van de LEVgroep zorgen voor taallessen (overigens kunnen ze daar nog hulp bij gebruiken). Ze doen ook hun best om voor dagbesteding te zorgen, want de meeste Spaarpotbewoners mogen niet werken.

Rami staat na vier maanden al te trappelen om aan het werk te gaan. In Syrië was hij elektrotechnisch ingenieur. Maar werken is niet de enige reden dat hij ongeduldig is. ,,Er vallen in Syrië nog iedere dag bommen. Mijn twee zonen gaan naar school en de rest van de tijd blijven ze binnen. Mijn oudste zoon is 17 en kan binnenkort onder de wapenen geroepen worden door een van beide partijen, regering- of verzetstroepen.”

Hij voegt er ongerust aan toe: ,,Ik ben bang dat de nieuwe Nederlandse regering andere regels gaat stellen en dat het heel lang gaat duren.”

Om zijn vlucht te betalen heeft hij zijn huis verkocht. Zijn laatste spaarcenten gingen op aan de laatste vluchtpoging en die lukte. ,,Ik ben vanuit Libië gekomen. De boottocht heeft 26 uur geduurd. We zijn gered door de politie van Lampedusa.” Vanuit daar is hij met de trein naar Nederland gekomen.

Eten wat de pot schaft

Net als alle vluchtelingen heeft hij taken in het kamp, zoals het gras maaien. ,,Het is een hechte gemeenschap geworden in Waalre”, vertelt Miranda Verdouw van de LEVgroep. ,,En dat terwijl er zoveel culturen bij elkaar zitten. Het overgrote deel komt uit Syrië, Jemen en Colombia. Rotzooi wordt er niet getrapt, ze hebben allemaal hetzelfde doel: een verblijfstatus krijgen. In Waalre zijn degenen die daar weinig kans op hebben en problemen veroorzaakten er al uitgehaald.”

Doordat ze met vieren in een container slapen, hebben de vluchtelingen weinig privacy. En ook moeten ze eten wat de pot schaft; er is catering. ,,De Afrikanen hebben moeite met Syrisch eten en omgekeerd kennen Syriërs de Afrikaanse gerechten niet”, zegt Rami. ,,Het liefst zouden we allemaal zelf koken, maar dat kan hier niet.”

Over drie maanden moeten ze weg uit Geldrop, tenzij de gemeenteraad toestemming geeft voor nog drie maanden. ,,Ze willen graag in de regio blijven”, vertelt Nick Nabuurs, de locatiemanager. ,,Sommigen hebben werk en dat kunnen ze dan blijven doen. De kinderen zijn de laatste week voor de vakantie nog in Waalre naar school geweest. Hoe het na de vakantie gaat, weten we nog niet.”

Bron: ED 
Auteur: Olga Maria Berger